Faunabeheerplan
Een faunabeheerplan omschrijft de plannen van een jager om de wildpopulatie in hun jachtterrein op een gezond peil te houden. Het heeft een looptijd van vijf jaar (of zes jaar voor een wildbeheereenheid). Zonder goedgekeurd faunabeheerplan mag een jager niet jagen.
Een faunabeheerplan omvat 5 onderdelen:
1. Populatiebeheer
Een duurzaam populatiebeheer houdt rekening met de bestaande en de gewenste aantallen van een wildsoort: hoeveel dieren zijn er en hoe groot of klein zou de populatie moeten worden? De doelstellingen zijn onder meer afhankelijk van de wildstand, de oppervlakte en kwaliteit van de biotopen, de conditie van het wild, de eventuele schade die door wildsoorten wordt aangericht… Aan de hand van de populatiedoelen legt de jager (of de wildbeheereenheid) maatregelen vast om die doelen te behalen. Veranderingen in de wildstand kunnen leiden tot aanpassingen van de jachtdoelen.
2. Valwild
Valwild is wild dat sterft door aanrijdingen, maaiers, ziekte, verdrinking in kanalen … De wildstand in een jachtge-bied wordt mee bepaald door het valwild. Veranderingen in de wildstand kunnen de jachtdoelen beïnvloeden. Het faunabeheerplan geeft aan hoe informatie over valwild verzameld wordt, welke doelstellingen de jager of wildbeheereenheid nastreeft en welke maatregelen genomen worden om valwild te voorkomen of te beperken.
3. Schade door wild
Het faunabeheerplan geeft aan hoe informatie over wildschade verzameld wordt, welke doelstellingen de jager of wildbeheereenheid nastreeft en welke maatregelen genomen worden om schade te voorkomen of te beperken.
4. Overlastsoorten
Het faunabeheerplan geeft aan hoe informatie over wildschade verzameld wordt, welke doelstellingen de jager of wildbeheereenheid nastreeft en welke maatregelen genomen worden om schade te voorkomen of te beperken.